Terwijl extreemrechtse ideologieën zich steeds verder verspreiden in Europa, krimpt de ruimte voor middenveldorganisaties op een zorgwekkende manier. NGO’s die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten worden steeds vaker het doelwit van lastercampagnes, delegitimisering en criminalisering. In deze bijzonder vijandige context wordt het CCIE opnieuw het mikpunt van een oude lastercampagne. Deze campagne wordt wederom in gang gezet door media en politieke verantwoordelijken die met hun racistische retoriek het middenveldwerk tegen islamofobie wensen te ondermijnen.
Sinds de lancering van onze Facebookpagina hebben verschillende Franse en Belgische media aangekondigd dat het CCIF, dat zich in Frankrijk op 29 oktober vrijwillig heeft ontbonden en vervolgens op 2 december 2020 door de Franse ministerraad werd ontbonden, zich “opnieuw zou hebben opgericht in België”. Dit is onjuist: het CCIF bestaat niet meer. De activa en alles wat tot zijn intellectuele eigendom behoort, zijn kort na de vrijwillige ontbinding overgedragen aan andere verenigingen, waaronder CCIE.
Ondanks de vele vaststaande feiten van de afgelopen maanden blijven onwaarheden over deze organisatie circuleren, met name het idee dat het CCIF “kennelijk betrokken” zou zijn geweest bij de moord op leraar Samuel Paty . Franse media — zoals Le Monde en Libération — die hebben onderzocht of het CCIF hierbij betrokken was, hebben kunnen vaststellen dat er absoluut geen enkele actie of communicatie van de vereniging in verband met deze zaak heeft plaatsgevonden.
Daarom is het beweren dat het CCIF betrokken zou zijn geweest bij de aanslag (of zelfs bij de campagne tegen Samuel Paty) uiterst lasterlijk en ernstig. Deze beschuldigingen hebben bovendien geleid tot talrijke doodsbedreigingen tegen de medewerkers van de organisatie, wier fysieke veiligheid in Frankrijk hierdoor in gevaar kwam. Op 27 oktober heeft de heer Gérald Darmanin in de krant Libérationzijn eerdere uitspraken ingetrokken en erkend dat het CCIF geen enkele band had met de campagne tegen professor Samuel Paty1, terwijl hij tegelijk zijn vastberadenheid uitsprak om de organisatie te ontbinden.
Het CCIF is altijd een wetgetrouwe maatschappelijke vereniging geweest. Aangezien geen van haar leden werd veroordeeld, heeft de Franse regering, via haar minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin, gekozen voor een administratieve procedure om de organisatie te ontbinden. Deze willekeurige ontbinding, die door de advocaat van het CCIF werd aangevochten bij de Raad van State, schokte verschillende grote historische organisaties, zoals Amnesty International, die hierin een aantasting van de vrijheid van vereniging zag; de Ligue des Droits de l’Homme, die sprak van een “politieke ontbinding” en Human Rights Watch, dat deze plaatste binnen een bredere “veiligheidsgerichte afglijding” die de vrijheden in gevaar brengt.
CCIE is een Belgische non-profitorganisatie voor de verdediging van de mensenrechten, die al bestond vóór de ontbinding van het CCIF en die op een andere manier werkt dan het CCIF, met name doordat zij zich richt op de observatie en analyse van het fenomeen islamofobie op Europees niveau. Het is dan ook vanzelfsprekend dat onze keuze is gevallen op Brussel, de hoofdstad van Europa en een ontmoetings- en uitwisselingsruimte voor Europese niet-gouvernementele organisaties.
In die zin is CCIE geen heroprichting van het CCIF.
Het CCIE-team
- Het CCIF stond overigens niet vermeld onder de beklaagden in het proces rond Samuel Paty, wat duidelijk aantoont dat het wel degelijk ging om een lastercampagne tegen een ngo die als storend werd ervaren omdat zij islamofobie — zowel interpersoonlijk als institutioneel — aan de kaak stelde aan de hand van gegevens en rapporten. ↩︎